HOOFDSTUK 3

HET ALGEMENE ONDERHOUD VAN VLIEGTUIGEN

De Doelstelling van het hoofdstuk: Op voltooiing van dit hoofdstuk dat, zult u een het werk kennis van procedures hebben en apparatuur voor het Controleprogramma van het Hulpmiddel worden gebruikt. U zult een basiskennis van beroepsvoorlichtingsconcepten, vliegtuigentekeningen, technieken voor het oplossen van problemen, en vereisten van de vliegtuigensmering hebben, vliegtuigen, vliegtuigen die en, en het reparatie van de brandstofcel de bouw en hijsen opvijzelen wegen de in evenwicht brengen.

In dit hoofdstuk zullen wij de diverse soorten routinedievliegtuigenonderhoud bespreken door de AM classificaties wordt uitgevoerd. Wanneer het uitvoeren van om het even welk type van onderhoud, is het uw verantwoordelijkheid om aan alle veiligheidsprocedures en vereisten van de hulpmiddelcontrole te voldoen. Omdat no one reeks regels op alle vliegtuigen dat van toepassing is, zou u naar het handboek van de onderhoudsinstructie voor de (MIM) hulpmiddelen, de materialen, en de procedures moeten verwijzen voor dat bepaalde vliegtuig of stuk van apparatuur worden vereist.

HET CONTROLEPROGRAMMA VAN HET HULPMIDDEL

Het leren Doelstelling: Erken het belang van het Controleprogramma van het Hulpmiddel van de Marine (TCP).

De belangrijke problemen, zoals vliegtuigenongevallen en incidenten, kunnen uit hulpmiddelen voortvloeien verlaten in vliegtuigen nadat het onderhoud is uitgevoerd. De hulpmiddelen uit plaats kunnen in buitenlandse objecten schade resulteren (FOD). Om het potentieel voor hulpmiddel Verwante ongelukken te verminderen, verstrekt het Controleprogramma (TCP) van het Hulpmiddel een middel om snel van alle hulpmiddelen rekenschap te geven na de voltooiing van een onderhoudstaak op een vliegtuig of zijn verwante apparatuur.

DE CONTAINERS VAN HET HULPMIDDEL

Het middel waarworden geïnventariseerd en worden rekenschap gegeven door de hulpmiddelen kunnen snel van wordt verwezenlijkt door gesilhouetteerde hulpmiddelcontainers te gebruiken. Alle hulpmiddelen hebben individuele gesilhouetteerde plaatsen die een ontbrekend hulpmiddel benadrukken. Deze containers worden genoemd „schaduwdozen.“ Een schaduw (silhouet) van het hulpmiddel identificeert de plaats waar het hulpmiddel behoort. TCP is gebaseerd op het onmiddellijke inventarisconcept en, voor een deel, door het gebruik van schaduwvakjes verwezenlijkt. Zie figuur 3-1. Op containers waar silhouetteren niet uitvoerbaar is, zijn een nota met de inventaris en een tekening van de container inbegrepen. Of het systeem laten de supervisor van het het werkcentrum toe of de inspecteur om snel ervoor te zorgen dat alle hulpmiddelen na een onderhoudsactie zijn teruggewonnen.

De materiële controleambtenaar is verantwoordelijk voor het coördineren van TCP en voor het ervoor zorgen dat de hulpmiddelen worden verkregen en uitgegeven op een gecontroleerde manier verenigbaar met het goedgekeurde plan van de hulpmiddelcontrole (TCPL). Een TCPL bevat informatie die materiële vereisten, hulpmiddelinventarissen, en gedetailleerde instructies voor de implementatie en de verrichting van TCPL voor een specifieke type/een wijze van vliegtuigen omvat. Maar de belangrijkste verantwoordelijkheid vertrouwt met de van de het werkcentrum en kwaliteit verzekering.

VAN DE KWALITEIT ASSURANCE/ANALYSIS (QA/A) DE VERANTWOORDELIJKHEDEN

De afdeling QA/A is verantwoordelijk voor de controle van het algemene Controleprogramma van het Hulpmiddel in het bevel. Terwijl het controle van het programma of het uitvoeren van „steekproeven,“ de afdeling QA/A zal ervoor zorgen dat de procedures van de hulpmiddelcontrole worden aangehangen. Enkele speciale vereisten moeten het volgende verzekeren:

1. Dat alle hulpmiddelen met het de organisatiecode, het het werkcentrum, en aantal van de hulpmiddelcontainer worden geëtst.

2. Die worden de speciale verantwoordingsplichtprocedures voldaan aan voor die hulpmiddelen niet geschikt voor ets; bijvoorbeeld, boorbits (te hard) en (te kleine) juweliersschroevedraaiers.

3. De inventarissen van dat werkcentrum worden geleid en de procedures worden aangehangen tijdens de controles van het het werkcentrum en periodieke steekproeven.

4. Dat al apparatuur, in de het werkcentra/de centra van de hulpmiddelcontrole, die kaliberbepaling vereisen gepland is en cali- brated met het voorgeschreven interval.

5. Dat worden de gebrekkige die hulpmiddelen van levering worden ontvangen gemeld aan het Bureau van de Steun van de Vloot Materiële (FLEMATSUPPO) via KAT II QDRs.


Het silhouettoolbox van de figuur 3-1.Typica1.

6. Dat de hulpmiddelen van slechte kwaliteit aan FLEMATSUPPO via KAT II QDRs worden gemeld.

7. Dat VIDS/MAFs wordt geannoteerd met een aantal van de hulpmiddelcontainer en de aangewezen initialen worden verkregen na van het taakvoltooiing/werk onderbreking.

8. Dat het de controlemilieu van het afdelingenhulpmiddel wordt gehandhaafd wanneer het werk door de teams van het contractantonderhoud of de teams van het depotgebied moet worden uitgevoerd. QAR zal gebiedsteam/de leider van de contractantsupervisor op hun aankomst betreffende activitys TCP informeren. De teams die van het depot in van O of I-Vlakke faciliteiten werken zullen de gastheer activitys TCP naleven.



   


De Verklaring van de privacy - de Informatie van Copyright. - Contacteer ons